Bij groentesalade met pindasaus wordt vaak gedacht aan Gado Gado. Een heerlijke gerecht, voedzaam en tamelijk snel te bereiden. Dit van oorsprong Indonesisch gerecht geniet wereldwijde bekendheid en wordt als maaltijd geserveerd door straatventers, eethuisjes als ook restaurants en hotels binnen en buiten Indonesië. In Azië heeft ieder land wel zijn eigen versie. In Indonesie behoort Gado Gado tot een reeks van salades met dressing. Hiertoe behoren ook Lotek, Petjil, Karedok en Ketoprak, die ieder weer uit een eigen regio afkomstig zijn.
Afhankelijk van het gerecht zitten er in de meeste versies een combinatie van de volgende voedzame ingredienten: koolhydraten door de lontong, rijst en de aardappelen. De tahoe, tempeh en eieren bieden de proteinen en tenslotte een keur aan groenten. Gado Gado bijvoorbeeld is geschikt voor pescovegetariërs (die wel vis en zeevruchten eten) want er zit trassi in de pindasaus. Tevens geschikt voor de ovo-vegetariërs (eten wel eieren maar geen zuivel).
Hieronder een overzicht van een aantal belangrijke verschillen;
1) Gado Gado; afkomstig uit Jakarta. Geblancheerde of gekookte groenten, goed vermengd met de pindakaas (niet alleen als dressing overgoten). De saus bevat palmsuiker als zoetstof en kan ook bereid zijn met kokosmelk. Garnering met kroepoek. Geserveerd met rijst en lontong
2) Ketoprak (zie afbeelding boven): afkomstig uit Jakarta, straatkant eethuisjes, bekend op Java. In de groentemix zit lontong, tahoe, ebi, kool, mihoen en tauge. De saus is gemaakt van gemalen pinda’s, palmsuiker, ketjap manis en knoflook. Gegarneerd met kroepoek en wat ketjap eroverheen besprenkeld.
3) Karedok: uit west Java / Sundanees. Zoetstof in saus is palmsuiker. Rauwe groenten en oncom (verwant aan de tempeh), overgoten met pindasaus bereid met palmsuiker als zoetstof en toevoeging van kentjoer. Gegarneerd met kroepoek en/of emping.
4) Lotek: uit West Sumatra. De groenten zijn geblancheerd (gaar maar nog knapperig). De saus kan verrijkt zijn met gekookte aardappelen en meer knoflook.
5) Pecel / Petjil; afkomstig uit midden/centraal Java. Pittig (pedis) van smaak. Tahoe en tempeh zonder ei. Wordt vaak geserveerd met lontong of rijst. Kan ook met vis, kip, rundvlees. Saus bevat kentjoer. Garnering met kroepoek en gebakken uitjes.
Hierbij het recept van Petjil:
Ingrediënten:
Petjil saus
200 g pindakaas met nootjes:
3 teentjes knoflook, gebakken / geroosterd
3 kemirinoten, geroosterd en fijngestampt
4 rode pepers, gebakken / geroosterd
1 eetlepel sambal oelek
6 cm kentjoer
7 djeroek poeroet (citroen blaadjes)
2 theel. tamarinde met 100 ml water vermengen.
1 theel. trassi (gefermenteerde garnalenpasta) vermengen met 2 eetl. water
1 theel. palm suiker
Groenten:
kouseband / sperziebonen
tauge
kool
komkommer
Bereiding:
De groenten blancheren. Het is de bedoeling dat de groenten knapperig blijven. De pindakaas met een 125 ml water oplossen. De overige ingrediënten fijn maken en fruiten in een eetlepel olie. De opgeloste pindakaas toevoegen en onder voortdurend roeren verwarmen tot een sausje is ontstaan.
Vermeng de groenten met de saus. Serveer op bord en garneren met kroepoek en gebakken uitjes.
© Jeff Keasberry 2012