People change and neighborhoods change. The place I always called home in Amsterdam, is now someone else’s house. People move in and people move out. Wherever we go, we will always carry the memories created in that house with us. Whenever I am in the city I try to go back and check out the paternal home. The silent witness of the Keasberry family from Amsterdam is doing well. I always wondered, while I was growing up in my grandmother’s restaurant, what was there before she moved in? How far back does this building go and who lived here?
So, I recently stumbled upon a picture while I was surfing the web. Before the times my grandmother established her fashion boutique ‘Maison Keasberry’ in 1950, there was another retailer at Ferdinand Bolstraat 13, in Amsterdam. This store was called Van Drielst, which specialized in dairy and meat products. This photo is from around 1920 (photographer unknown – Rijksmuseum.nl)

Van Drielst, dairy and meat products, Ferdinand Bolstraat 13, Amsterdam – 1920’s
It appears that my grandmother took over from an old couple who had a retail business in these type of products. We are not sure if it was the same family.
In 1954 my grandmother changed her fashion boutique Maison Keasberry into restaurant Djokja (named after the city she lived many years), which became one of the first to popularize Indo-European and Indonesian food in the capital of the Netherlands. By chance, we found out via Michael Ehrlich, a dear friend, that his family lived above the restaurant, and recalled that they were complaining about the pungent smells coming from my oma’s kitchen. They always had to close their windows when the cooking started. When they moved out, my grandmother bought the whole building. Right after they got married in the 1960’s, my parents moved in on the second floor and two boys were born there (my brother and I).

Maison Keasberry, Ferdinand Bolstraat 13, Amsterdam – 1950

Restaurant Djokja, Ferdinand Bolstraat 13, Amsterdam – 1959
The restaurant had many interior make-overs over the years, managed by my dad. A second room was built in what was once the backyard, expanding seating capacity for 120 people.
Restaurant Djokja was once the meeting place for expats of the former Dutch East Indies, people enjoying their comfort food, young students, couples who later brought their offspring to have dinner at Oma’s. I still meet people who recall coming to my Oma’s restaurant frequently, together with their parents and or grandparents, reciting fond memories of the food they were raised with. You feel an instant connection when memories sound familiar.
©2017jeffkeasberry
IN DUTCH
ECHOS UIT HET VERLEDEN
Mensen veranderen en buurten veranderen. Het pand in Amsterdam waar ik ben opgegroeid, is nu het huis van iemand anders. Mensen betrekken een woning en verhuizen na een tijdje weer. Waar wij ook naar toe gaan, we zullen altijd de herinneringen, die in dat huis zijn gecreëerd, met ons meedragen. Als ik dan weer eens in de hoofdstad ben, ga ik even terug naar het pand om te zien hoe of het met de ouderlijke woning gaat. De stille getuige van de familie Keasberry uit Amsterdam staat er nog goed bij. Ik vroeg me altijd af, terwijl ik opgroeide in het restaurant van mijn oma, wat er was voordat zij haar zaak hier opende? Hoe ver terug gaat dit gebouw en wie woonden hier?
Zo ben ik onlangs op een foto gestuit, terwijl ik op het web aan het surfen was. Voor de tijd dat mijn grootmoeder haar mode boutique ‘Maison Keasberry’ in 1950 vestigde, was er nog een detailhandelaar op Ferdinand Bolstraat 13, te Amsterdam. Deze winkel heette Van Drielst, die was gespecialiseerd in zuivel- en vleesproducten. Deze foto is van ongeveer 1920 (fotograaf onbekend – Rijksmuseum.nl)
In 1954 veranderde mijn grootmoeder haar boutique Maison Keasberry in restaurant Djokja (genoemd naar de stad waar zij vele jaren had gewoond). Dat was één van de eerste populaire restaurants in de hoofdstad waar je lekker Indo-Europees en Indonesisch kon eten. Jaren later kwam ik er per toeval achter, dat de ouders en grootouders van Michael Ehrlich, een goede vriend, in hetzelfde pand woonden. Zij hadden uitzicht op de achtertuin en de keuken van het restaurant. De familie, afkomstig uit een keurig Duits milieu, kon zich nog goed herinneren dat daar beneden ‘vreemde dingen’ gebeurden die zij niet gewend waren. Tevens werd hun vaak een onbestemde, onwelriekende geur gewaar (was het trassi, knoflook, specerijen en kruidenmixen, of die scherpe sambal?) Ze moesten noodgedwongen de ramen sluiten omdat er in die tijd nog geen afzuiginstallatie was. Nadat zij verhuisden (waren gevlucht?) kocht mijn grootmoeder het hele pand. Mijn ouders betrokken de eerste etage, net nadat zij in de jaren 1963 waren getrouwd. Daar hebben ik en mijn broer voor het eerst het levenslicht gezien.
Het restaurant onderging in de loop der jaren veel verbouwingen onder leiding van mijn vader. Een tweede zaal werd gebouwd in wat eens de achtertuin was, waardoor de zitcapaciteit tot 120 personen werd uitgebreid.
Restaurant Djokja was ooit de ontmoetingsplek voor expats uit het voormalig Nederlands-Indië, die genoten van hun comfort food. Ook jonge studenten en koppels, die later hun kinderen meebrachten, kwamen regelmatig bij Oma eten. Ik ontmoet nu nog mensen die ooit bij Oma kwamen, samen met hun ouders en of grootouders, met fijne herinneringen aan het eten waarmee zij zijn opgevoed. Je voelt dan toch een verbondenheid als herkenbare anecdotes worden gedeeld.
©2017jeffkeasberry